Belgische boterkoeken (1)
Omschrijving
| bakkerij/ broden/ ± 8 boterkoeken
| neem ruim de tijd, desnoods 2 dagen als je het deeg rustig wilt laten rijzen
| VTM koken/ boterkoeken/ Piet Huysentruyt
Uitgelichte afbeelding
Ingrediënten
- 500 gr bloem
- 25 gr echte boter
- rozijnen (ong. 50 gr)
- 25 gr fijne kristalsuiker
- 40 gr verse gist
- 250 gr echte boter (ijskoud, in twee porties)!!!
- 200 ml melk
- 1 ei
- 4 gr zout
- 1 dl suikerwater (1dl water + 100g suiker)
Bereiding
- Doe het zout, de suiker en de bloem in een kom en maak een kuiltje.
- Meng de gist met de koude melk tot hij volledig opgelost is en giet dit mee in de kom. NB: we maken een deeg die NIET meteen mag rijzen!
- Voeg het ei en de 50 gr boter toe en kneed alles goed met de handen tot je een mooie vaste maar toch licht elastische deegbal hebt.
- Wikkel het deeg stevig in plastiek folie en laat het heel koud worden in de koelkast. Minimaal een uurtje. Het deeg inwikkelen in plastiek is nodig om het rijzen nu nog tegen te gaan.
- Bestrooi de werktafel met wat bloem en rol het deeg hierop uit met een deegrol, tot je een langwerpige flap deeg hebt van ongeveer 1 cm dik.
- Nu moet de boter erbij maar… je moet dit in laagjes toevoegen, zoals bladerdeeg. Laag voor laag:
- Je deeglap in zogenaamd 3 delen bedenken en hiervan 2 derden bedekken met de schijfjes ijskoude boter. Dus, snij de koude boter in schijfjes en verdeel dit over 2 helften van het deeg.
- Je 1e derde deel van je deegflap dichtklappen tot in het midden
- Je 3e deel eveneens dichtklappen zodat je 3 lagen hebt
- Deze 3-dubbelgevouwen deeglap opnieuw in een langwerpige vorm uitrollen met deegrol. Dat is ook de reden dat je boter ijskoud moet zijn want anders duw je je halfzachte boter IN je deeg en rol je het niet OPEN om goed te verdelen met je deeg.
- Leg wederom wat schijfjes ijskoude boter over 2/3 van je deegflap en rol deze op dezelfde manier dicht zoals daarnet
- Herhaal punt 10.
- Je lange flap kan nu voor de 3e keer dichtgevouwen worden (nu zonder schijfjes boter). In totaal heb je dus 3 keer je deeg in drieën gevouwen (is 3 toeren).
- Hier is nu duidelijk je lagen te zien “boter – deeg – boter – deeg…”.Dat geeft hierdoor nogmaals aan waarom je boter ijskoud moet zijn. Anders krijg je nooit deze laagjes.
- Nu maak je de keuze of je boterkoeken wilt bakken met of zonder rozijnen.
- Snij het deeg in repen van ongeveer 5 a 8 cm en rol deze goed uit met een deegrol.
- Strooi hierover een handvol rozijnen en druk ze er heel lichtjes in met een deegrol.
- Snij per reep ruitvormen uit het deeg van ongeveer 5 x 7 cm
- Rol de ruitvorm rond je vinger, beginnend met het punt en sluit goed.
- Leg ze met de gesloten punt naar onder op de bakplaat, een klein beetje plat duwen zodat ze mooi in de vorm blijven
- Laat deze vormen rijzen tot ze dubbel zo dik zijn en steek ze in een voorverwarmde oven van 220 °C gedurende 6 minuten.
- Laat ze nog 12 à 15 min. in een oven van 190 °C.
- Haal ze uit de oven en besmeer met suikerwater (om te laten glimmen) over de nog warme boterkoeken. Je hoort ze als het ware sissen waardoor de koeken het suikerwater opnemen. Dat vormt het krokante korstje.
- Ten slotte kun je ze na het afkoelen nog bestrooien met poedersuiker.
- NB: suikerwater is simpelweg 1 ltr water met 1 kg suiker.